FLAMIGEL wordt gebruikt bij oppervlakkige brandwonden, oppervlakkige wonden (bv. schaafwonden, snijwonden) en doorligwonden (onder toezicht van een dokter of verpleegkundige).
Gebruik:
Bij oppervlakkige brandwonden, schaafwonden en doorligwonden (1e graad): Breng FLAMIGEL voorzichtig op de te behandelen plaats aan (niet inwrijven): 1x tot 2x/dag (bij zonnebrand 2x tot 6x per dag).
Bij open wonden: Spoel en reinig de wond. Deb de wond voorzichtig droog. Breng een dikke laag FLAMIGEL aan op de wond; vermijd daarbij FLAMIGEL op de wondrand aan te brengen. Bij een diepe wond vult u de wondholte voor 2/3 met FLAMIGEL.
Bedek FLAMIGEL met een steriel niet in de wond klevend verband en fixeer met een hechtpleister of windel. Laat FLAMIGEL ter plaatse zo lang de gel structuur intact is. Brandwonden, snij- en schaafwonden: vervang dagelijks. Doorligwonden: zwarte en gele wonden: om de 1 à 2 dagen – rode wonden: om de 2 à 3 dagen
Samenstelling:
Zuur colloïdaal hydrocolloid – Arginine – Aqua purif. E.Ph. – BCFA – Methyl-p-hydroxybenzoaat – Propyl-p-hydroxybenzoaat
Dit product is een medisch hulpmiddel
Specifieke referenties